Terug naar

De toegang tot voedsel verzekeren

Voor projecten in een dichtbebouwde stedelijke omgeving, waar aanplantingen en groene zones zeldzamer zijn, verdient de toegang tot voedsel een bijzondere aandacht.

De plaatsing van een nestkast voor vogels of een schuilplaats voor vleermuizen volstaat immers niet om de succesvolle integratie van een vervangingshabitat te bevorderen. Men moet ook zeker zijn dat de gewenste soorten over goede bronnen van voedsel beschikken. Afhankelijk van de soort moeten de voedselbronnen ofwel in de omgeving van het gebouw aanwezig zijn, ofwel op het perceel, ofwel in een grotere zone. Afhankelijk van de soort bestaat het voedsel uit zaden, insecten, kleine zoogdieren of vruchten.

Voor de huismus moet men bijvoorbeeld een schuilzone voorzien, zoals een haag of een met klimop begroeide muur, evenals een voedselzone (zaden). Deze zone kan zich buiten het perceel bevinden maar moet er wel dicht bij liggen.

Zwaluwen en gierzwaluwen hebben een grotere jachtzone, zodat de toegang tot voedsel op het perceel zelf niet onontbeerlijk is maar op de schaal van de wijk kan worden voorzien. Een voorwaarde voor het succes van deze soorten is de aanwezigheid van groene zones en van al gebruikte nesten in de omgeving van hun nesten, aangezien deze soorten vrij koloniaal zijn.

Zie ook de insectenspiraal.

Roodmus

Boekvink