Terug naar

Ontwerp van het natuurlijke ventilatiesysteem

Het gaat hier om de systemen A en C. De frisse lucht komt de "droge" vertrekken (woonkamer, slaapkamer enz.) binnen via luchtopeningen in de gevel of via roosters in de ramen en circuleert via de doorvoeropeningen naar de "vochtige" vertrekken (keuken, badkamer, toilet enz.), vanwaar ze op mechanische of natuurlijke wijze wordt afgevoerd dankzij verticale leidingen die op het dak uitkomen. Dit type ventilatie varieert in functie van de weersomstandigheden. Maar ondanks alles kan het debiet dankzij regelbare openingen worden aangepast aan de behoeften.

Bij renovatie wordt vaak voor natuurlijke ventilatie gekozen omdat pulsieleidingen en een dubbelstroomeenheid veel ruimte innemen.

Locatie van de luchtinlaten

De luchtroosters kunnen als volgt worden ingebouwd :

  • In het schrijnwerk zelf,
  • Tussen het glas en het profielhout van het schrijnwerk,
  • Tussen het profielhout en het schrijnwerk,
  • Tussen het schrijnwerk en het metselwerk,
  • In het metselwerk.

Voor een optimaal thermisch comfort zouden de roosters idealiter in het metselwerk achter de radiatoren worden geplaatst: de verse lucht wordt dan meteen voorverwarmd en via natuurlijke convectie met de lokale lucht vermengd. Er bestaat echter een risico dat de leidingen bevriezen wanneer die niet in gebruik zijn.

Anderzijds kan het architecturaal zeer complex zijn om deze roosters in de gevels te verwerken.

Indien de roosters in het schrijnwerk worden geplaatst, krijgt een hoge positie de voorkeur om koude luchtstromen te vermijden: indien mogelijk meer dan 1,80 m boven de vloer. Het risico op ongemak neemt verder af als de roosters zich boven de verwarmingselementen bevinden.

Let op: Bepaalde schuifroosters (steeds minder in gebruik) vormen geen hindernis voor de luchtstroom. Ze remmen die dus niet af, waardoor lichte tocht kan ontstaan in de buurt van het rooster.

Verder moet in het kader van de reglementen inzake de energieprestaties van gebouwen (EPB) elke luchtopening aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Ze moet de binnendringing van ongewenste dieren tegengaan ;
  • Ze moet regen buiten houden ;
  • Ze moet handmatig of automatisch kunnen worden geregeld met de volgende standen ;
  • volledig geopend ;
  • 3 tussenposities ;
  • gesloten (≤ 15% debiet onder 50 Pa).

Verse lucht komt normaliter rechtstreeks van buiten. Ze kan echter ook uit een aangrenzende niet-verwarmde ruimte komen, mits die is voorzien van openingen die een evenwicht in het debiet in die ruimte mogelijk maken.

Plaatsing van het rooster (en de stang om het in werking te stellen) voor de plaatsing van de radiator

?image33.jpeg?© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Hoge plaatsing van een rooster voor natuurlijke ventilatie

?image34.gif?© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Schuifventilatierooster

?image35.jpeg?© Architecture et Climat - LOCI – UCL

De doorvoeropeningen

Elke doorvoeropening moet aan de volgende voorwaarden voldoen (EPB-regelgeving):

  • Ze moet een minimumdebiet van 25 m3/u mogelijk maken, of 70 cm2 indien het gaat om een deur met ruimte eronder (behalve in de keuken: daar is het minimum 50 m3/u of 140 cm2)
  • Ze moet permanent en niet-blokkeerbaar zijn.

Regeling

De opening van de luchtroosters kan handmatig worden geregeld of automatisch in functie van een differentiële druk of relatieve vochtigheid :

Manuele voorzieningen

De regeling van het luchtdebiet gebeurt via een schuif, een draaicilinder of een klep.

Als het rooster zich uit comfortoverwegingen hoog bevindt, moet ervoor worden gezorgd dat het eenvoudig te bedienen is (zonder op een trapje of een stoel o.i.d. te hoeven klimmen): een trekkoord, een stang, etc. Voor moeilijk toegankelijke locaties kunnen gemotoriseerde roosters worden voorzien.

Zelfregelbare roosters

Ze zijn uitgerust met een mobiel membraan en maken een relatief constant doorvoerdebiet mogelijk binnen een drukbereik van 10 tot 200 PA.

Ze helpen voorkomen dat gebruikers de roosters volledig blokkeren om bij harde wind de onvermijdelijke luchtstroom te stoppen!

Automatisch ventilatierooster

?image36.gif?
?image37.jpeg?

© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Vochtgestuurde roosters

Ze zijn uitgerust met een element dat gevoelig is voor de relatieve luchtvochtigheid (bijvoorbeeld een nylonvlecht) en passen de opening aan in functie van de luchtvochtigheid in de ruimte.

Let op: voor een goede werking is het noodzakelijk dat het vochtgevoelige element wordt blootgesteld aan de binnenlucht, niet de buitenlucht!

Voor systemen van het type C kan de afvoer van oude lucht handmatig worden geregeld, op basis van een tijdklok of in functie van de vochtigheid in vochtige vertrekken. In dat geval worden op basis van de vochtigheid regelbare openingen geïnstalleerd in de keuken en de badkamer.

Hygroreguleerbaar ventilatierooster

Illustratie 28: hygroreguleerbaar ventilatierooster – schema Energie +© Architecture et Climat - LOCI – UCL

Dit type systeem is zeer energie-efficiënt (zie dossier Een energie-efficiënt ventilatiesysteem ontwerpen), maar het kan tot onvoldoende luchtkwaliteit leiden. De regeling gebeurt immers alleen op basis van het gebruik van de vochtige vertrekken en niet op basis van het gebruik van de woonvertrekken.