Terug naar

Akoestiek van vloerafwerking

In tegenstelling tot een lichte of droge zwevende vloer wordt de vloerafwerking rechtstreeks op het soepele materiaal aangebracht. Een soepel opgelegde vloerafwerking is het zichtbare gedeelte van de vloer (tapijt, plankenvloer, linoleum, enz.). Deze afwerking maakt het mogelijk om te isoleren tegen contactgeluiden, maar heeft geen impact op luchtgeluiden. Hoe soepeler en dikker de afwerking en het isolatiemateriaal waarop het is aangebracht zijn, des te beter zijn de isolerende prestaties.

Een vloer wordt opgebouwd uit een dragende structuur, waarop een verdere opbouw en vloerafwerking wordt voorzien. Voorliggende fiche behandelt de vloerafwerking. Deze kan al dan niet soepel opgelegd worden.

De vloerafwerking is het zichtbare deel van de vloeropbouw, waarop gelopen wordt. Het is een verzamelnaam voor verschillende soorten afwerkingen, o.a. tegels, linoleum, rubberbekledingen, parket, kliklaminaat, tapijt,...

Indien deze vloerafwerking op een soepele laag wordt voorzien, spreekt men over een soepel opgelegde vloerafwerking. Deze verschilt van een zwevende lichte of droge dekvloer in die zin dat hier de vloerafwerking rechtstreeks op het soepel materiaal wordt geplaatst, terwijl bij een lichte of droge dekvloer nog een plaatmateriaal wordt voorzien tussen soepel materiaal en vloerafwerking.

De vloerafwerking kan de contactgeluidisolatie van een vloeropbouw (meestal gunstig) beïnvloeden. Er is geen impact op de luchtgeluidisolati.

In welke gevallen opteert men voor een vloerafwerking?

  • Deze opbouw brengt geen extra belasting op de structuur met zich mee, wat zich uitstekend leent voor verbouwingen/renovatie.
  • Tapijt in kantoorgebouwen of linoleum in scholen dat vaak als vloerafwerking wordt gebruikt, helpt het contactgeluid te verminderen.
  • Gezien de beperkte massa van de vloerafwerking is de resonantiefrequentie van dit systeem relatief hoog, waardoor dit systeem wel geschikt is voor loopgeluiden, maar niet voor laagfrequentere toepassingen zoals muziek of installaties.
  • In sommige normen (vb. norm NBN S01-400-1 voor woongebouwen) worden criteria opgelegd aan de contactgeluidisolatie van vloeren “zonder” vloerafwerking, zodat ook in toekomstige situaties bij verandering van vloerafwerking, de performantie behouden blijft. In die gevallen kan geen beroep gedaan worden op het gunstige effect van een soepel opgelegde vloerafwerking.

    Echter bij renovaties is het niets steeds mogelijk de norm te volgen. In die gevallen kan deze opbouw wel toegepast worden.

Welke rol speelt de vloerafwerking in het akoestisch prestatieniveau?

De contactgeluidisolatieverbetering is afhankelijk van het type vloerafwerking (parket, tapijt, tegels,...) en het type en de dikte van de soepele laag.

  • Hoe buigslapper de vloerafwerking, hoe beter het resultaat.
  • Hoe soepeler het materiaal dat onder de afwerking wordt gebruikt, hoe beter het resultaat.

Een soepel opgelegde vloerafwerking werkt volgens het massa-veer-massa principe. Tussen de vloerafwerking en de dekvloer wordt een soepele tussenlaag aangebracht. Deze soepele laag voorkomt de overbrenging van trillingen van de vloerafwerking naar de onderliggende vloer.

Welke types vloerafwerking bestaan er?

Het Dossier | Duurzame keuze van binnenvloerbekledingen geeft een overzicht van de verschillende types vloerafwerking, met vermelding van hun milieu-impact.

Welke werken moeten plaatsvinden voor een vloerafwerking met een soepele laag?

Volgende werken zijn uit te voeren:

1. Voorbereiding van de ondergrond: Zo nodig, aanbrengen van een egalisatielaag

 

image05

2. Plaatsen van soepele randstroken voor ontkoppeling

 

image06

3. Plaatsen van soepele laag (eventueel verlijmd)

 

image07

4. Plaatsen van de vloerbekleding (+ eventueel voegen)

image08
image09
image10

5. Plaatsen van de plinten en afsnijden van de randstrook en aanbrengen van een soepele kitvoeg tussen plint en vloerbekleding

Uitvoering soepel opgelegde vloerafwerking

 

image11 (Bronnen : MAPEFONIC en SOUKARO)

Waarop moet worden gelet bij de keuze voor een vloerafwerking?

De vloerafwerking mag de contactgeluidisolatie in de onderliggende vloeropbouw niet beïnvloeden door kortsluiting van de ontkoppeling of door een negatieve interferentie van een tweede massa-veer-massa systeem bij een soepel opgelegde vleorafwerking.

Volgende aspecten dienen in acht genomen te worden qua uitvoering:

  • Op een verend opgelegde dekvloer (hetzij een zwevende chape of betonvloer, hetzij een lichte of droge dekvloer), wordt bij voorkeur geen verend opgelegde vloerafwerking toegepast. De twee verende lagen kunnen interfereren en de contactgeluidisolatie sterk reduceren.
  • De contactgeluidisolatieverbetering van een vloerafwerking kan niet zomaar opgeteld worden bij de reeds aanwezige contactgeluidisolatie.
  • Gezien een vloerafwerking na enige tijd kan vervangen worden, is dit geen permanente oplossing. Zij is daarom minder geschikt voor situaties waarbij het al dan niet vervangen van de vloerbekleding niet in eigen beheer is, zoals bijvoorbeeld bij appartementsgebouwen. Het risico bestaat dan immers dat de contactgeluidisolatie naar andere bewoners slechter wordt, omdat één bewoner zijn vloerafwerking aanpast.

Welke isolatie dient men te voorzien in combinatie met de vloerafwerking?

De verbetering in contactgeluidisolatie die de vloerafwerking (al dan niet soepel opgelegd) t.o.v. de basisvloer teweegbrengt, wordt uitgedrukt in een contactgeluidisolatieverbetering ΔLw (cf. norm NBN EN ISO 140-8). De verbetering van contactgeluidisolatie is afhankelijk van de reeds aanwezige opbouw.

Hieronder een overzicht van de te verwachten prestaties van enkele materialen die worden gebruikt om de isolatie van contactgeluid te verbeteren in combinatie met een massieve draagvloer. Dit overzicht geldt louter ter indicatie van de grootteorde. Productinformatie levert een correcte waarde per type materiaal.

Indicatieve waarden contactgeluidisolatieverbetering vloerafwerking

Vloerbekleding zonder soepele laag
Type ΔLw [dB]
Tegels 0 dB
PVC, linoleum, rubber, ... Tot ca. 5 dB
Parket (standaarduitvoering) Tot ca. 8 à 10 dB
Tapijt (normaal) Tot ca. 20 à 25 dB
Tapijt (hoogpolig) Tot ca. 25 à 30 dB
Tapijt (specifiek akoestisch) Tot ca. 25 à 30 dB
Vloerbekleding op soepele laag
Type ΔLw [dB]
Tegels op soepele onderlaag ( 5 mm) Ca. 15 dB
Tegels op soepele onderlaag (5 à 10 mm) Ca. 20 dB
Linoleum op verende laag Ca. 15 dB
Parket op verende laag Ca. 20 dB
Vloerbekleding op kurk/rubber/PUR Ca. 15 à 20 dB

(Bron: Tractebel)

Opmerking: Aandacht bij de interpretatie van productinformatie.

De contactgeluidisolatieverbetering (ΔLw ) wordt in de productinformatie en in bovenstaande tabel steeds gegeven op een bepaalde draagvloer (gangbaar ca. 15 cm beton):

  • Indien een zwaardere draagvloer aanwezig is, is de verbetering doorgaans kleiner. Indien een lichtere draagvloer aanwezig is, is de verbetering doorgaans groter. Immers, hoe beter de basisgeluidisolatie, hoe kleiner de verbetering.
  • Enkel wanneer de vloerafwerking op een massieve basisvloer (d.w.z. draagvloer en dekvloer star verbonden) wordt voorzien, kan de contactgeluidisolatie verbetering eenvoudig afgetrokken worden van de reeds aanwezige contactgeluidisolatie in de basisvloer. In alle andere gevallen (met zwevende dekvloer (gegoten zwevende dekvloer of lichte/droge zwevende dekvloer), lichte vloerconstructie, samengestelde vloer,...) zal de contactgeluidisolatieverbetering afwijken en dient advies gevraagd te worden aan gespecialiseerden.
  • In combinatie met een lichte vloer kan het resultaat dus sterk afwijken (afhankelijk van de opbouw van de lichte vloer) van de productinformatie.

Waarop moet worden gelet tijdens de plaatsing van de vloerafwerkingslaag?

De uitvoering en afwerking in situ is van groot belang. De vloerafwerking mag de ontkoppeling van onderliggende constructies (massa-veer-massa systemen) niet kortsluiten.

De globale akoestische kwaliteit wordt bepaald door zijn zwakste elementen. Daarom dient men er voor te zorgen dat er geen verzwakkende elementen aanwezig zijn in de constructie. Dit betekent:

  • voorbereiding van de onderlaag:

    Onder de soepele laag mogen geen oneffenheden van meer dan 5 mm optreden. Indien nodig wordt eerst een egalisatielaag aangebracht.

  • soepele ontkoppelingsstroken:

    Contactbruggen tussen de soepel opgelegde vloerafwerking en de omringende constructies zijn niet toegelaten. De vloerafwerking dient los van alle omringende constructies gehouden te worden, o.a. dmv randstroken. Deze randstroken worden pas na plaatsing van de plinten afgesneden.

Een soepel opgelegde vloerafwerking dient meestal aangebracht te worden per ruimte, om zo ook in de horizontale richting een bepaalde contactgeluidisolatie te garanderen. D.w.z. dat de vloerafwerking nooit doorloopt van de ene ruimte naar de andere ruimte, maar onderbroken wordt door de wanden of door een soepele voeg in de vloer (ter hoogte van deuren,...). Doorlopende vloerbekledingen onder (meestal lichte) wanden beperken immers de geluidreductie tussen de lokalen door een belangrijke akoestische nevenweg via deze doorlopende vloerbekleding.

Verder zijn ook alle aandachtspunten als bij traditionele zwevende dekvloeren van toepassing.

Bestek

In het bestek dienen volgende zaken opgelegd te worden naar de aannemer toe (afhankelijk van type bestek)

  • Criteria contactgeluidisolatie te realiseren tussen verschillende ruimten (gewogen gestandaardiseerde contactgeluidsdrukniveau L'nT,w )
  • Type dragende vloerplaat + minimale oppervlaktemassa (kg/m²) van de draagvloer.
  • Eventueel type contactgeluiddempend materiaal (indien van belang) of maximale beschikbare dikte.
  • Contactgeluidisolatieverbetering ΔLw (cf. norm NBN EN ISO 140-8:1998) die het trillingsdempend materiaal moet realiseren in combinatie met de vloerafwerking en onderliggende vloer.
  • Type vloerafwerking

Daarnaast loont het de moeite in het lastenboek ook te wijzen op de aandachtspunten naar uitvoering toe.

Meer weten

In de Gids

Voor meer informatie met betrekking tot het onderwerp:

Andere publicaties van Brussel Leefmilieu

Websites

Bibliografie

  • Fasold, Sonntag (1978), Bauphysikalische Entwurfslehre Band 4 : Bauakustik, Verlag für Bauwesen, Berlijn (in het Duits)

  • Hamayon, L. (2013), Réussir l'acoustique d'un bâtiment, Le Moniteur, Antony (in het Frans)

  • Vermeir, G. (2009), Lawaaibeheersing: cursustekst, Faculteit Toegepaste Wetenschappen KULeuven, Acoo, Leuven

Normen

  • Norm NBN S 01-400-1 - Akoestische criteria voor woongebouwen
  • Norm NBN EN ISO 140-8 – Geluidleer - Meting van geluidwering in gebouwen en bouwdelen - Deel 8: Laboratoriummetingen van de verzwakking van het overgedragen kloplawaai door vloerbekledingen op een zware standaardvloer
  • Norm NBN EN ISO 10140-2 - Geluidsleer - Laboratoriummeting van geluidisolatie van bouwelementen - Deel 2: Meting van luchtgeluidsisolatie
Laatste herziening op 10/04/2017