Terug naar

Beperking van de geluidshinder van de werken

Voorziening
Een bouwplaats kan een bron van geluidsoverlast zijn voor de buurt, het bouwpersoneel en de fauna. Het gaat er dan om deze overlast op te sporen, te lokaliseren en te beperken, met inachtneming van de geldende regelgeving.

Wat is de impact van geluidsoverlast van de bouwplaats?

Geluidsoverlast heeft een impact op de omgeving rondom de geluidsbron. Afhankelijk van zijn intensiteit kan lawaai, ongemak, een tijdelijke vermindering van de gehoorgevoeligheid of zelfs doofheid veroorzaken, zowel bij mensen als bij dieren. Onderstaande tabel toont het verband tussen de intensiteit van het geluid en zijn impact op de mens.

Geluidsniveau (dB) Geluidsbron Risico's
20 tot 60 Fluisteren tot normaal gesprek Rustige sfeer
60 tot 80 Wegverkeer, luidruchtig gesprek Hinder
80 tot 95 Vrachtwagen, niet-geluidsdichte compressor, verfkanon Gevaar
95 tot 110 Klopboormachine, cirkelzaag Onomkeerbaar letsel
> 110 Pneumatische hamer, boormachine in besloten ruimte, schietpistool Pijn

Hoe kan de geluidshinder van de bouwplaats worden geïdentificeerd?

Het geluidsniveau is niet het enige criterium voor hinder. Er moet ook rekening worden gehouden met de duur van de blootstelling, het blootgestelde publiek en hun gevoeligheden. Het opstellen van een cartografie maakt het mogelijk om deze verschillende elementen weer te geven.

De geluidsbronnen identificeren

De bronnen van geluidsoverlast afkomstig van de de bouwplaats zijn talrijk:

  • vrachtwagens, hefwerktuigen, compressoren, diverse uitrustingen (verfpistool, slijpschijf, cirkelzaag, breekhamer ...);
  • trillingen die door bouwconstructies of door de grond worden overgebracht;
  • luide stemmen en lawaaierig gedrag;
  • enz.

 

De geluidsbronnen identificeren© MichaelGaida / pixabay.com

De geluidsbronnen lokaliseren

Vervolgens wordt een locatieschema opgesteld waarin deze geluidsbronnen worden gepositioneerd, met vermelding van de geluidsvermogensniveaus tijdens de verschillende fasen van de werkzaamheden en de mogelijke maatregelen die moeten worden toegepast.

Op wie heeft de geluidshinder van de bouwplaats een impact?

De bouw is een luidruchtige sector. De arbeiders, de fauna en omwonenden ervaren deze overlast.

de omwonenden:

er wordt rekening gehouden met verschillende criteria:

  • de omvang van de wijk in de buurt van de bouwplaats;
  • de gevoeligheid van de omwonenden (afhankelijk van elk individu, hun uurritme, hun perceptie enz.);
  • de locatie is ook van invloed op de perceptie van het geluid van de activiteiten van de bouwplaats. Ze wordt gekenmerkt door diverse parameters:

    • de bestemming van de bodem (landelijk of stedelijk gebied, niveau van verstedelijking, nabijheid van verbindingswegen);
    • het omgevingsgeluidsniveau;
    • de frequentie van de werken;
    • de afstand tot de bouwplaats;
    • de geluidsisolatie van de gevels;
    • de aangrenzing;
    • enz.

Geluidwerend scherm op de grens van het perceel

 

Geluidwerend scherm op de grens van het perceel © Mark fromPrague / flickr.com

De milieueffectenstudie wijst uit of het lawaai van de bouwplaats een impact heeft op de fauna of de omwonenden.

  • Het bouwplaatspersoneel

    Het personeel op de bouwplaats is het publiek dat het meest direct met geluidshinder te maken krijgt. De beoordeling van deze risico's en de maatregelen om ze aan te pakken is een essentieel onderdeel van de algemene veiligheidsverplichting van de aannemer ten opzichte van zijn werknemers.

De milieucoördinator zorgt ervoor dat de passende maatregelen worden genomen en toegepast op de bouwplaats.

 

Werknemers dat wordt blootgesteld aan lawaai, afhankelijk van de sector© Leefmilieu brussel

Hoe kan de geluidshinder van de bouwplaats worden beperkt?

Zodra de overlast is vastgesteld (locatie van de bronnen, geluidsniveaus, getroffen publiek), moeten er maatregelen worden genomen om de overlast te beperken of ertegen te beschermen:

  • Organisatie:

    • het groeperen van luidruchtigere werkzones om hun akoestische behandeling te vergemakkelijken;
    • planning van taken om hun impact op de buurt te minimaliseren: tijdstippen, duur, gelijktijdigheid ...;
    • de milieucoördinator controleert of de schema's worden gerespecteerd, of er persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt en of er geen muziek wordt gebruikt op de bouwplaats;
    • communicatie met de omwonenden en de werknemers.
  • Ontwerp

    • ontwerpkeuzes / materialen waarvoor minder lawaaiige apparatuur nodig is (zelfverdichtend beton waarbij het gebruik van trillers wordt vermeden, funderingen met geboorde palen enz.);
  • Technische voorzieningen:

    • keuze van de minst lawaaierige machines en uitrusting: elektrische in plaats van pneumatische uitrusting, geïntegreerde geluidsisolatie, rubberhamer, bladzaag, torenkraan enz.;
    • dragen van PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen): helm, oordopjes met koord, standaardoordopjes, individueel gegoten oordopjes;
    • toepassing van CBM (collectieve beschermingsmiddelen): akoestische schermen tussen de bron van het lawaai en de andere zones van de bouwplaats, omhulling, antitrillingszool, geluiddempend materiaal enz.;

Als deze maatregelen niet voldoende zijn, moeten er snel corrigerende maatregelen worden genomen door de werkzaamheden tijdelijk stop te zetten en in te grijpen bij de bron van het lawaai.

Aanvullende informatie is te vinden in de voorziening | Akoestiek van de technieken.

 

Geluiddempingsniveau voor individuele beschermingsmiddelen© Leefmilieu Brussel

 

Akoestische voorzieningen toegepast op apparatuurBron: INERIS © Leefmilieu Brussel

Hoe kan het geluidsniveau op de bouwplaats worden gemeten?

Om na te gaan of de reglementaire drempels worden gerespecteerd, worden de geluidsniveaus op het terrein gemeten: ofwel ter plaatse om de geluidsniveaus voor het personeel op de bouwplaats te controleren, ofwel in de omgeving van de bouwplaats om de geluidsniveaus voor de omwonenden te controleren.

De monitoring van de geluidsniveaus ter plaatse wordt uitgevoerd door middel van specifieke apparatuur, een monitoringprotocol en punctuele of continue metingen (indien het om een gevoelige wijk gaat). Zo kan met het volgende worden gewerkt:

  • sensoren op geschikte locaties op en aan de rand van het perceel;
  • permanente geluidsbewaking met onmiddellijke corrigerende maatregelen;
  • een centrale acquisitie-eenheid voor alle gemeten fysieke gegevens (geluid, ontploffingen, trillingen, scheuren, druk, stof enz.), geëxporteerd en in real time op afstand toegankelijk.

Wat is de geldende regelgeving inzake geluidsoverlast op de bouwplaats?

De volgende vormen van geluidsoverlast zijn onderworpen aan regelgeving en controles:

  • Hinder voor de omwonenden:

    • tijdvensters voor activiteiten op de bouwplaats;
    • normen die door de gemeente zijn vastgesteld voor bouwplaatsen waarvoor een milieuverklaring vereist is;
    • Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening
  • Hinder voor het bouwplaatspersoneel:

    • geluidsniveaus op het werk: grenswaarden bij koninklijk besluit;
    • beheersing van het geluid dat door gereedschappen en machines wordt afgegeven: geluidsniveaus die door een CE-markering zijn gecertificeerd.

Bepaalde (gereguleerde) geluidsniveaus leiden tot maatregelen die in de volgende tabel worden opgesomd.

  Actie
Lagere blootstellingswaarden die tot actie leiden

- terbeschikkingstelling van PBM;

- informatie en opleiding van de werknemers;

- toezicht op de gezondheid;

Hogere blootstellingswaarden die tot actie leiden

- informatie en opleiding van de werknemers;

- maatregelen om het geluid te verminderen;

- markering/afbakening van de gevarenzones;

- verplicht gebruik van PBM;

- toezicht op de gezondheid;

Blootstellingsgrenswaarden 

(om niet te overschrijden)

In het geval van overschrijding:

- onmiddellijk maatregelen nemen om de blootstelling tot onder de grenswaarden te beperken;

- de oorzaak van de overschrijding achterhalen;

- de beschermende en preventieve maatregelen aanpassen om herhaling te voorkomen.

Links naar regelgevende teksten die op federaal niveau en op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden toegepast

Meer weten

In de Gids

Voor meer informatie in verband met dit onderwerp:

Andere publicaties van Leefmilieu Brussel

Websites

Bibliografie

Reglementeringen 

Op federaal niveau

De Belgische federale wetgeving inzake lawaai bestaat hoofdzakelijk uit een kaderwet, gedateerd 18 juli 1973, inzake de strijd tegen lawaai. Sindsdien zijn meerdere besluiten aangenomen, gewijzigd of ingetrokken op verschillende gebieden, zoals met name bouwmachines en -apparatuur:

Op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Laatste herziening op 10/04/2020