Terug naar

Context

Zoals Riccardo Petrella terecht opmerkt, is "water een levensnoodzakelijk gemeenschappelijk goed van de mensheid" (Petrella, 2009). Het is een essentiële component van de natuurlijke en menselijke ecosystemen, een gezamenlijk patrimonium. Het beheer van deze kostbare bron stelt ons echter voor verscheidene uitdagingen.

Enerzijds kan regen overstromingen veroorzaken en dus schade berokkenen aan zowel de infrastructuur als het milieu.

Anderzijds is drinkwater onmisbaar voor het leven van de mens.

Een duurzaam waterbeheer streeft naar een optimale eerbiediging van de functies van de watercyclus: de uitputting van de natuurlijke voorraden beperken, hun kwaliteit beschermen en de schade van overstromingen en van de lozing van afvalwater verminderen. Daarom is het belangrijk dat men aandacht wijdt aan het waterbeheer (hemelwater en afvalwater) op het perceel en dat men leidingwater weloverwogen gebruikt. Zonder een gepast beheer van het hemelwater (in termen van kwaliteit en van hoeveelheid), zonder een effectieve zuivering van het afvalwater en zonder een beheersing van de lekken van de afvoernetten, gaan de natuurlijke watervoorraden achteruit en worden ze minder goed toegankelijk. De aantasting van de waterkwaliteit leidt tot nieuwe bronnen van vervuiling wanneer men het water drinkbaar maakt (aantasting van de milieubalans van de productie van leidingwater).

De milieubalans van het waterbeheer in België

Op basis van een analyse van de productie van leidingwater, uitgevoerd door de Universiteit van Luik (ULG - 2004) blijkt dat de milieu-impact van het verbruik van een kubieke meter leidingwater overeenkomt met die van een autorit van 37 kilometer.

Deze milieu-impact vloeit voornamelijk voort uit de volgende factoren:

1. Drinkbaar maken van leidingwater

De behandelingen die nodig zijn voor het drinkbaar maken van leidingwater verbruiken veel energie (voor de waterwinning, het drinkbaar maken, de distributie, de bouw van infrastructuur enz.), chemische producten (ontsmetting, uitvlokking, enz.) en materiaal voor de realisatie van de infrastructuur (gebouwen) en de netten.

2. Lekken van de waterleidingnetten en de collectieve saneringsinfrastructuur (riolering)

Een lekkend waterleidingnet annuleert de geleverde inspanningen voor de winning van het water, het drinkbaar maken en de distributie. Een lekkend rioolstelsel vervuilt de bodem en de grondwaterlagen.

3. Het beheer van afvalwater

Hoewel de situatie dag na dag verbetert, wordt er nog altijd afvalwater rechtstreeks in oppervlaktewater geloosd, zonder of met een beperkte voorafgaande behandeling.

Een voorbeeld: bij zware regenval stelt men nog altijd vast dat in de unitaire collectieve saneringsinfrastructuur een gedeelte van het verzamelde afvalwater (via overlaten) in oppervlaktewater wordt geloosd.

Omgekeerd wordt het rendement van de waterzuiveringsstations aangetast door de verdunning van afvalwater door hemelwater en door het overlopen van waterlopen in het rioolstelsel.

Men stelt ook in zones zonder riolering de aanwezigheid vast van weinig effectieve zuiveringsinstallaties, zoals septische putten. Wanneer deze installaties bovendien slecht of niet worden onderhouden, lozen ze weinig gezuiverd water in het natuurlijk milieu. Met deze installaties is een behandeling van eutrofiërende verontreiniging bovendien niet mogelijk (N en P).

4. Het beheer van afvloeiend hemelwater

Het geïntegreerde beheer van hemelwater houdt rekening met de verschillende aspecten van de problematiek:

  • De overstromingen, met een toenemende trend van plotse overstromingen als gevolg van korte, intense regenbuien.
  • De vervuiling van het afvloeiende hemelwater afkomstig van ondoorlatende oppervlakken enz. zelfs van sommige daken: stof, zware metalen, koolwaterstoffen, divers afval...

    De samenstelling van de oppervlakken waarlangs het water afvloeit vereist een bijzondere aandacht, om de vervuiling van het water tijdens het traject te beperken en de kwaliteit te verbeteren voor het in de natuur of in de collectieve saneringsinfrastructuur wordt geloosd.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt met verscheidene van deze problemen geconfronteerd. Het moet de overstromingen die zich regelmatig voordoen beperken, zich bevoorraden met drinkwater dat voornamelijk uit andere gewesten van het land afkomstig is, en de lozing van vervuild water in zijn oppervlakte- en grondwater verminderen.

Zijn hoofdzakelijk unitaire collectieve saneringsinfrastructuur werd in de 19de eeuw ontworpen en is gebaseerd op het principe van "alles naar de riool" (afvalwater + hemelwater). Om snel te worden afgevoerd, wordt het afvalwater gemengd met afvloeiingswater en zelfs met schoon grondwater of water uit waterlopen.

De groeiende verstedelijking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (en de toename van de ondoorlatende oppervlakte die ermee gepaard gaat) en de aanwezigheid van een unitaire saneringsinfrastructuur veroorzaken bovendien overstromingen, door het overlopen van het rioolstelsel. Als de riolen tijdens een onweer overstromen, komt een gedeelte van het (weliswaar verdunde) afvalwater via overlaten in de waterlopen terecht, zonder eerst door de waterzuiveringsstations behandeld te zijn.

Deze infrastructuur werd later vervolledigd door een reeks maatregelen en kunstwerken die de impact van onweer beperken, zoals stormbekkens. Toch stelt men nog altijd overlopende riolen en overstromingen vast.

Hoewel het verzamelde afvalwater nu in waterzuiveringsstations wordt behandeld, zijn er nog verbeteringen nodig, vooral op het vlak van de eutrofiërende verontreinigende stoffen, om de impact van de lozing op het ontvangende water te beperken.

Ten slotte werd in het begin van 2013 nog altijd een gedeelte van het afvalwater van bepaalde gemeenten rechtstreeks in het oppervlaktewater geloosd, via waterlopen die historisch in riolen zijn veranderd, bij regenweer door het overlopen van de riolen naar de waterlopen (de Zenne en het Kanaal), of bij onweer via de omlopen van de waterzuiveringsstations.

Tot slot is de situatie de jongste decennia sterk vooruitgegaan, maar moet men de opvang, de zuivering en de bestrijding van overstromingen nog verder verbeteren.

Het blauwe netwerk

In 1999 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het programma "Blauw Netwerk" gelanceerd. Het netwerk streeft naar de optimalisering en de herwaardering van het hydrografische oppervlaktenetwerk, dat sterk verbrokkeld is door de verstedelijking van het Gewest. Het programma Blauw Netwerk wil de functies van het netwerk verbeteren en herstellen: een continu hydrografisch netwerk tot stand brengen als lokale afvoer van hemelwater, natuurlijke overstromingsgebieden aanleggen voor het oppervlaktewater, het zelfreinigende vermogen herstellen, de temperatuur regelen...

Het wil bovendien multifunctioneel zijn: ontspannings- en recreatieruimten, biodiversiteit enz.

Kaart van de overwelfde delen van de waterlopen in de prioritaire dalen van het Brusselse blauwe netwerk

?Figure 3 : Carte des sections voûtées des cours d’eau dans les vallées prioritaires du maillage bleu bruxellois Source : IBGE, (2010), Maillage vert et bleu, Bruxelles.?Bron: Leefmilieu Brussel, (2010), Groen en blauw netwerk, Brussel.

Laatste herziening op 09/02/2017