Terug naar

Context

Bij comfort in een gebouw denken we onmiddellijk aan verwarming. Comfort wordt bepaald door nogal wat van onze zintuigen (tast, zicht, gehoor, reukzin) en omvat :

  • Thermisch comfort heeft niet alleen betrekking op verwarming in de winter, maar ook op oververhitting in de zomer of in het tussenseizoen, op temperatuurverschillen, luchtsnelheid …
  • Het visueel comfort houdt verband met de perceptie van de omgeving binnen en buiten
  • Het akoestisch comfort omvat de bescherming tegen hinderlijke geluiden die afkomstig zijn van binnen of buiten het gebouw en de kwaliteit van de lokale geluidsomgeving.
  • Het ademcomfort heeft betrekking op de kwaliteit van de lucht en de vochtigheidsgraad.
  • Welzijns- en gezondheidsaspecten gerelateerd aan elektromagnetische verontreiniging zijn ook van belang.

Deze verschillende vormen van comfort binnen in het gebouw kunnen in mindere of meerdere mate een impact hebben op de gezondheid. Dat hangt af van ons gedrag, of we een bewoner of beheerder zijn van het gebouw, van de buitenomgeving en van het gebouw als dusdanig, met al zijn vereisten voor de verschillende lokalen.

Akoestische vereisten

In een stedelijk gewest zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan er niet enkel meer lawaai zijn buiten (verkeer, handelszaken, buren,...), maar de dichtbevolkte omgevingen brengen ook luchtgeluiden en impactgeluiden in het gebouw mee, waarvan de intensiteit varieert al naargelang de functie (woningen, kantoren, kinderopvang, gemengd gebouw ...). De evolutie van de ontwerpmethodes en bouwmethodes leidt ook tot nieuwe akoestische vereisten:

  • De lichte bouwmethoden die zich ontwikkelen om de milieu-impact van het gebouw te beperken en/of om sneller of lichter te bouwen (uitbreiding van gebouwen op een bestaande structuur zonder versteviging) zijn gevoeliger voor akoestische problemen dan de traditioneel zwaardere constructies.

    Zie Casestudie | Wetstraat 42

  • De mechanische, sanitaire ventilatie die de luchtkwaliteit verzekert en tegelijk het energieverbruik beheerst, maakt lawaai (ventilators, doorstroming van de lucht in de leidingen) en dat moet onder controle gehouden worden.
  • De keuze voor basismaterialen die de thermische inertie bevorderen of de milieu-impact van de afwerking beperken (valse plafonds, aankleding, etc.) hebben een invloed op de galm in de lokalen (bv. in een vergaderzaal, een trappenhal, etc.).

Zie Dossier | Het akoestisch comfort van gebouwen verzekeren

Thermische vereisten

Gezien de comforttemperatuur van het menselijk lichaam varieert van 20 tot 30°C, wordt er hoofdzakelijk in de winter op het gebouw gerekend om binnen voor een aanvaardbaar en zo mogelijk comfortabel klimaat te zorgen. Lokalen die regelmatig worden betrokken worden verwarmd (zelfs al is het vermogen erg beperkt, zoals in passiefhuizen) en geïsoleerd met het oog op een doeltreffend energieverbruik.

In traditionele constructies wordt echter vaak veel minder rekening gehouden met het thermisch comfort in de zomer. Door de relatief frisse nachten (in België ligt de gemiddelde minimumtemperatuur in juli de laatste jaren rond 14°C) kunnen traditionele gebouwen op natuurlijke wijze afkoelen.

We wijzen echter op twee zaken. Enerzijds is er de ontegensprekelijke toename van de seizoens- en jaartemperaturen. Anderzijds zijn er de wijzigingen in de manier van ontwerpen en bouwen. Het is de laatste jaren terecht een tendens om oplossingen te implementeren die het energieverbruik voor verwarmingsdoeleinden beperken, zoals de isolatie van muren en dak, performante ramen, luchtdicht maken, compactheid, etc. Deze maatregelen hebben een impact op het gedrag van de gebouwen tijdens de zomer. Ze koelen minder goed af of zelfs helemaal niet meer.

Daarom is het steeds vaker nodig om specifieke oplossingen toe te passen om oververhitting tijdens de zomer of zelfs tijdens het tussenseizoen te vermijden.

De gemiddelde jaartemperatuur in Ukkel, tussen 1833 en 2011 (in °C)

 

De gemiddelde jaartemperatuur in Ukkel, tussen 1833 en 2011 (in °C)© Meteo.be

De horizontale rode lijnen geven de gemiddelde waarden weer voor de drie periodes - We zien duidelijk dat de tien warmste jaren sinds 1833 zijn voorgekomen na 1988. De gemiddelde jaartemperatuur sinds 1988 is 10,8°C, of 2,0°C meer dan het gemiddelde voor de periode 1833 - 1910.

Zie dossier | Het thermisch comfort verzekeren

Natuurlijk licht en uitzicht

In de stadsomgeving kan de aanwezigheid van verschillende constructies in de nabijheid van een gebouw het zicht naar buiten verhinderen of beperken (denk aan gebouwen die erg dichtbij staan, een binnenplaats, erg hoge gebouwen, etc.).

De gevels aan de binnenplaats krijgen eveneens minder licht.

Tot slot zijn de openingen in de gevels van de bestaande gebouwen soms te klein om voor voldoende natuurlijk licht te zorgen (bv. voor woningen, een ruimte voor de openingen < 20 % van het oppervlak op de grond, zoals vereist door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening). Een renovatie is in dat geval een goede gelegenheid om het oppervlak van de ruiten te vergroten en voor meer licht te zorgen in de leefruimtes.

Zie dossier | Zorgen voor visueel comfort dankzij natuurlijk licht

Kwaliteit van de lucht

De luchtkwaliteit binnen in het gebouw hangt af van de kwaliteit van de buitenlucht, de uitstoot van verontreinigende stoffen door de gebruikers (vochtigheid, CO2) en de uitstoot van polluenten door de afwerkingsmaterialen (VOS, formaldehyde, tolueen, xyleen, etc.).

Gezonde binnenlucht valt over het algemeen moeilijker te bereiken in de stadsomgeving dan in een plattelandsomgeving. De kwaliteit van de buitenlucht is er vaak minder goed door de verontreiniging afkomstig van het verkeer, andere gebouwen, etc.

Anderzijds vergt de realisatie van in toenemende mate luchtdichte gebouwen bijkomende aandacht voor het behoud van een zekere luchtkwaliteit en relatieve luchtvochtigheid in de lokalen. Luchtverversing die soms ordeloos wordt verzekerd door een slechte luchtdichtheid van de mantel, moet verzekerd worden door een doeltreffende hygiënische ventilatie die ademcomfort combineert met energie-efficiëntie.

Zie Dossier | Het ademcomfort verzekeren

 

Elektromagnetische verontreiniging

Elektrische en telecommunicatie-installaties binnen en buiten het gebouw (hoogspanningslijnen, gsm-antennes en tramlijnen) creëren elektrische en magnetische velden die een bepaalde impact kunnen hebben op het comfort en/of de gezondheid van de gebruikers.

Gsm-antenne

 

GSM-antenne© Bogomil Mihaylov / unsplash.com

Zie Dossier | Elektromagnetische verontreiniging tegengaan

 

Laatste herziening op 01/01/2013