Terug naar

Doelstellingen

Reglementaire basis en goede praktijk ★

Het komt erop aan de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en de wijzigingsbesluiten ervan na te leven, in het bijzonder artikel 67 van hoofdstuk I over de bescherming van de diersoorten. Dat artikel en de bijbehorende bijlage geven een lijst van alle soorten die op het volledige grondgebied van het Gewest strikt worden beschermd. Het betreft meer bepaald alle soorten zoogdieren en vogels, met uitzondering van de bruine rat, de huismuis, de landbouwhuisdieren en de gezelschapshuisdieren.

De strikte bescherming impliceert onder meer het verbod om:

  • specimens van de betrokken soorten te bejagen, te doden of proberen te doden, te verwonden, te vangen of proberen te vangen, ongeacht de methode die daarvoor gebruikt wordt;
  • ze in gevangenschap te houden;
  • ze te vervoeren;
  • opzettelijk of doelbewust hun habitats, schuil-, voortplantings- en rustplaatsen, hun nesten en eieren te vernietigen of te beschadigen, hun nesten weg te nemen;
  • ze opzettelijk of doelbewust te verstoren, vooral tijdens de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- en trekperiode;
  • bomen te snoeien met gemotoriseerd gereedschap of bomen te kappen tussen 1 april en 15 augustus.

Aanbevolen minimum ★★

De doelstellingen zijn:

  • Plassen voor amfibieën aanleggen,
  • Schuilplaatsen voor vleermuizen realiseren, bijvoorbeeld op zolder of in kelders,
  • De mogelijkheden voor nestbouw van zwaluwen, gierzwaluwen en torenvalken onderzoeken,
  • De mogelijkheden voor nestbouw voor vliesvleugeligen insecten (wespen, bijen, enz.) in de tuin onderzoeken,
  • Een schuilzone aanleggen, meer bepaald voor de nestbouw (min. 10 m²). Een schuilzone is een afgebakend terrein waar de fauna niet wordt verstoord en waar de beplanting overeenkomt met de behoeften van de potentieel aanwezige fauna. Op die manier kunnen relatief kleine oppervlakten een belangrijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit.