Terug naar

Externe zonneweringen

Externe zonnewering vermindert de oververhitting in de zomer aanzienlijk door de zonnestralen tegen te houden voordat ze door het glas gaan. Er bestaat een grote verscheidenheid aan externe zonneweringen, al dan niet mobiel, geïntegreerd in het gebouw of de omgeving, massief of opengewerkt, geautomatiseerd of handmatig enz.

Welke soorten externe zonnewering bestaan er?

Externe zonneweringen© Leefmilieu Brussel

Structurele externe zonnewering

Structurele externe zonneweringen hebben de volgende kenmerken:

  • (Niet-verplaatsbare) architecturale elementen die vaak bijdragen aan de identiteit van het gebouw;
  • Over het algemeen gemaakt van massieve elementen (beton, hout, metaal enz.), aangebracht op de gebouwschil;
  • Verschillende types : kappen, dakranden, luifels, zijpanelen, zonnerasters;
  • Afmetingen van de zonnewering in samenhang met de afmetingen van de opening voor maximale efficiëntie;
  • Geschikt voor alle gebouwtoepassingen en in het bijzonder voor kantoren.
Raam met externe zonnewering© Leefmilieu Brussel

Kappen zijn een bijzonder geval:

  • Effectief in het weren van directe zonnestraling als de ramen op het zuiden liggen, maar minder bij oriëntatie op het oosten of westen;
  • Niet effectief in het beheersen van de lichtsterkte/verblinding (door gereflecteerde of verspreide componenten van de zonnestraling), of in het bieden van privacy aan de gebruikers . Het kan daarom interessant zijn om ze te combineren met interne zonneweringen.

Zonnerasters zijn een bijzonder geval:

  • Effectief in het stoppen van directe zonnestraling als de ramen op het oosten of westen liggen;
  • Samengesteld uit bladen die gemonteerd zijn op een frame dat aan de structuur is bevestigd;
  • De bladen zijn vaak van aluminium of hout;
  • Verschillende profielopties voor aluminium zonnerasters (rechthoekig, ellipsvormig enz.);
  • Afstelling mogelijk voor sommige modellen;
  • Fotovoltaïsche variant van het type BIPV;
  • Anti-inbraak functie in het geval van plaatsing voor de ramen.

Verticale zonnerasters

Brise-soleils verticaux© Samuel Meľuch / unsplash.com

Kapvormige zonnerasters

Kapvormige zonnerasters© Vitor Pinto / unsplash.com

Fotovoltaïsche zonnerasters

Zonwering© Littleha / wikimedia.org

Mobiele externe zonnewering

Deze weringen worden buiten de ramen geïnstalleerd en kunnen handmatig of automatisch worden opgehaald of neergelaten, afhankelijk van de stand van de zon. Bij sommige modellen met latten kunnen de latten worden gericht. De mobiliteit van deze zonneweringen zorgt voor maximale zonnewinsten in de winter en een lagere zontoetreding in de zomer . Er bestaan meerdere types:

Schuifpaneel

  • Houdt het midden tussen structurele zonnewering en mobiele zonnewering;
  • Geïntegreerd in de gevel of los ervan (terras, loggia, galerij). In het laatste geval maken de panelen het mogelijk om de buitenruimtes in te delen;
  • Over het algemeen op rails en handmatig te bewegen;
  • Heeft het voordeel van mobiliteit, stevigheid en windstabiliteit ;

Schuifpaneel© Yvan Glavie

Verstelbaar zonnescherm

  • Met verstelbare zonneschermen of jaloezieën kan de wering worden aangepast aan de stand van de zon ;
  • Zijdelingse geleiders voor zijgeleiding en windweerstand;
  • Filtert het uitzicht zonder het volledig te belemmeren;
  • Bij renovatie heeft het gebruik ervan een impact op de esthetiek van het gebouw (zichtbare geleiders en kast);
  • Mogelijkheid tot inbraakbeveiliging voor modellen met stalen tandriem in de geleiders;
  • Verschillende materialen mogelijk, waarbij aluminium het gebruikelijkst is (weinig onderhoud);
  • Er kunnen grote oppervlakken worden afgedekt;

Verstelbaar zonnescherm© MichaelGaida / pixabay.com

Stoffen zonnegordijn

  • De prestaties van het zonnegordijn zijn afhankelijk van de kleur en de weefdichtheid ;
  • Er moet rekening worden gehouden met de UV-bestendigheid en waterdichtheid van de stof;
  • Meestal gebruikt om openingen met een beperkte oppervlakte  te beschermen;
  • Aanzienlijke blootstelling aan de wind ;
  • Er zijn verschillende toepassingen mogelijk:

    Schermgordijn: het zonnegordijn wordt evenwijdig met het raam aangebracht en geleid door rails of kabels die aan de zijkanten worden gespannen. Omdat een rolgordijn minder volumineus is dan jaloezieën, is het gemakkelijker te integreren in het kader van een renovatieproject. Beschermkasten op de zijgeleiders kunnen de windbestendigheid verbeteren;

    Schermgordijn© Leefmilieu Brussel

    Uitschuifbaar zonnescherm of markies: rolgordijn dat diagonaal weg van de gevel opent met armen die op zijrails bewegen;

    Uitschuifbaar zonnescherm of markies© G_Gott / unsplash.com

    Markisolette: combineert het bovenste deel van het schermgordijn met het onderste deel van het uitschuifbare zonnescherm. De stof wordt in het middendeel vastgehouden door een tussenliggende roller. Dit systeem biedt een onbelemmerd zicht naar buiten in het onderste deel en neemt minder ruimte in dan een uitschuifbaar zonnescherm. Bijzonder geschikt voor hoge openingen;

    Markisolette© Emmanuelle Tison / unsplash.com

    Knikarmscherm: dankzij de scharnierende armen opent de luifel loodrecht op de gevel. Wanneer het is ingetrokken, wordt het scherm opgeslagen in een gesloten kast op de gevel. Knikarmschermen worden voornamelijk gebruikt in woningen en in de horeca, om af en toe buitenruimtes te beschaduwen.

    Knikarmscherm© Ryan Jvr / unsplash.com

Andere soorten mobiele externe zonneweringen

  • Inklapbaar zonnescherm : vast geplaatst aan het begin van de zomer en gedemonteerd na het verstrijken van de zomerse hitte;
  • Rolluik, vouwpaneel of zonneblind wanneer het massieve deel van het luik/paneel wordt vervangen door latten: het vouwen kan zijwaarts gebeuren, zoals bij een traditioneel luik, of naar boven, zodat een afdak ontstaat. In het laatste geval wordt het luik geleid via geleiders en heeft het draagarmen aan de zijkanten. Afhankelijk van de grootte van de opening kan het paneel in één stuk bewegen of vouwen;

Andere soorten mobiele externe zonneweringen© J Lopes / unsplash.com

Zonwerende beglazing

Men heeft het over zonwerende beglazing wanneer de intrinsieke eigenschappen van de beglazing het mogelijk maken de zonnewinsten te verminderen. Een van deze kenmerken is de zontoetredingsfactor (g):

  • Een lage zontoetredingsfactor beperkt de inkomende energie zowel in de zomer als in de winter. De toevoer van natuurlijk licht (vertaald in de lichttransmissiefactor) is eveneens beperkt, aangezien de twee eigenschappen met elkaar verbonden zijn;
  • Geschikte oplossing voor gebouwen met hoge warmtelasten gedurende het hele jaar (bijv. kantoren).

Meer informatie over de eigenschappen van beglazing is te vinden in het dossier in de rubrieken | Combinatie van de zontoetredingsfactor en de lichttransmissiefactor en Energieparameters van de voornaamste soorten beglazing

Bij renovatie is het mogelijk om de optische eigenschappen van bestaande beglazingen te beïnvloeden door het aanbrengen van kleeffolies :

  • De keuze van hun kenmerken moet zorgvuldig worden overwogen, aangezien de meeste ervan niet kunnen worden verwijderd nadat ze zijn aangebracht;
  • Het aanbrengen van een folie met geringe doorlaatbaarheid verlaagt de temperatuur van het glasoppervlak aan de binnenzijde. Daarmee moet rekening worden gehouden bij de beoordeling van het condensatierisico.

Bij nieuwbouw zijn verschillende technologieën mogelijk:

  • Reflecterende beglazing : een of meer lagen metaaloxiden worden bij voorkeur aangebracht op het buitenste glas van de dubbele beglazing (om de gereflecteerde zonnecomponent te verhogen), maar dan wel aan de binnenkant van het glas (om de oxiden te beschermen tegen externe weersomstandigheden);
  • Absorberende beglazing : de metaaloxiden worden in het buitenste glas verwerkt, waardoor een breed scala aan kleuren mogelijk is. Een deel van de zonne-energie wordt door het glas geabsorbeerd en vervolgens als infrarode energie naar buiten, maar ook naar de binnenkant van het gebouw afgegeven. Om deze reden is absorberend glas minder effectief dan reflecterend glas om de zonnewinsten te beperken;
  • Beglazing met variabele eigenschappen: bepaalde componenten die de optische eigenschappen van de beglazing kunnen wijzigen door middel van een elektrisch of magnetisch veld, de lichtsterkte, de temperatuur enz. zijn in de beglazing geïntegreerd. Deze oplossing wordt weliswaar zelden gebruikt, maar maakt het mogelijk om zich aan te passen aan de behoeften van het gebouw, die kunnen variëren in de tijd (seizoenen, verandering van gebruik enz.);
  • Combinatie van absorberend en reflecterend glas en glas met variabele eigenschappen;
  • Zorg ervoor dat de eigenschappen van de geselecteerde glassoorten geen uitzettingsproblemen veroorzaken tussen het midden en de randen van de kozijnen (risico op breuk).

Natuurlijke zonnewering

De architecturale of natuurlijke elementen rond het gebouw zijn potentiële schaduwbronnen . Het is moeilijk om de omliggende bebouwing te beïnvloeden, maar een aangepaste aanplanting van vegetatie kan bijdragen aan het beheer van de zonnewinsten. Het nut ervan blijft weliswaar beperkt tot laagbouw, maar gaat verder dan alleen het schaduwaspect (gunstig voor de biodiversiteit, creatie van een microklimaat, gunstig voor het creëren van ontmoetingsruimten enz.).

  • Bomen :

    • Voorkeurs locatie :

      • Ten oosten en westen van de te beschermen oppervlakken: biedt 's morgens en aan het eind van de dag effectieve schaduw op de gevels;
      • Op het zuiden : geschikt als de boom dicht bij het gebouw staat en hoog is (de zon staat in de zomer hoog in het zuiden). Als de boom nog niet op het perceel staat, wordt het in de praktijk beter vermeden om ten zuiden van het gebouw bomen te planten, omdat de zonnewinsten in de winter geminimaliseerd worden tijdens de groeiperiode van de boom;
      • Op het noorden : niet direct nuttig in termen van bescherming tegen zonlicht, maar biedt wel andere voordelen (windbescherming enz.);
    • Gebladerte

      • Om te voorkomen dat de doorgang van lage zonnestralen in de winter wordt geblokkeerd, zijn loofverliezende bomen te verkiezen boven groenblijvende bomen;
      • Hoe dichter het gebladerte is, hoe meer bescherming het biedt: het kan 60 tot 90% van de zonnestraling blokkeren.
  • Gazons en klimplanten :

    • rond en op het gebouw, maar ook op pergola's en prieeltjes, om de reflecties van de zon te verminderen en een microklimaat te creëren.

Meer informatie over:

Natuurlijke zonnewering© Leefmilieu Brussel

Hoe worden mobiele zonneweringen bestuurd?

Mobiele zonneweringen kunnen:

  • Handmatig of gemotoriseerd  worden verplaatst;
  • Voor gemotoriseerde zonneschermen kan de bediening handmatig of geautomatiseerd zijn;
  • De bediening kan een lokaal of globaal effect hebben op de zonnewering.

Automatisering maakt het mogelijk om de zonnewinsten te beheersen volgens verschillende parameters:

  • lichtsterkte;
  • temperatuur;
  • klok;
  • windsnelheid;
  • enz.

Bij automatisering van zonneweringen is de gebruiker echter afhankelijk van de technologie: die moet betrouwbaar zijn en door de gebruiker worden begrepen. Handmatige bedieningssystemen hebben dus het voordeel dat ze ruimte laten voor de wensen van de gebruiker.

Voor meer informatie over afstelling, zie het dossier |Afstelling van installaties voor verwarming en sanitair warm water.

Aandachtspunten voor zonneweringen

De integratie van de zonnewering kan zwakke punten in de gebouwschil veroorzaken. Daarom moet het projectteam aandacht besteden aan de volgende punten:

  • Bouwknopen : wanneer de zonneweringen zijn geïntegreerd in de structuur van het gebouw of de isolatie ervan;
  • Luchtdichtheid van de muren : ter hoogte van de bevestigingen voor de zonnewering en de voedingsopeningen (elektrische kabels, riemen enz.); vermijden dat de afdichtingsbarrière doorboord wordt en, indien dit het geval is, corrigerende maatregelen nemen.

Meer weten

In de Gids

Websites

Bibliografie

Normen

  • NBN EN 14501: maakt het mogelijk om zonneweringen in te delen op basis van hun thermische en visuele prestaties
Laatste herziening op 20/04/2021