Terug naar

Gesloten fietslokalen en overkappingen

Voorziening
Fietslokalen zijn op de eerste plaats afgesloten (muren, afrastering, tralies, panelen van hout, glas, metaal, enz.) en overdekte ruimten waarvan de toegang voorbehouden is voor geïdentificeerde gebruikers. Het lokaal bevindt zich meestal in een gebouw. Bij een renovatie kan men, als er plaatsgebrek is, het lokaal buiten installeren, op het privéterrein van het gebouw, bijvoorbeeld op een binnenplein. Deze fiche gaat dus niet over fietsboxen in de openbare ruimte die door de buurtbewoners worden gebruikt, ook al kunnen sommige van de hier beschreven principes op dergelijke boxen van toepassing zijn.

Een fietslokaal is een goede oplossing voor het parkeren van lange of middellange duur, zowel in woon- als in bedrijfsgebouwen.

Welke types gesloten fietslokalen zijn er?

Men onderscheidt twee hoofdtypes van gesloten fietslokalen: lokalen in en lokalen buiten een gebouw.

  • Gesloten lokaal in een gebouw

    Fietslokaal in een gebouw, afgesloten en beveiligd. Het kan ook een afgerasterde zone zijn.

  • Gesloten lokaal buiten een gebouw

    Bij een renovatie, met gebrek aan ruimte in het gebouw, wordt het fietslokaal buiten het gebouw geïnstalleerd, op het privéterrein ervan (bv. een binnenplein of een parkeerterrein) en is het eveneens afgesloten en beveiligd. Het kunnen zware oplossingen zijn of lichtere, zoals trommels.

Typologie van de gesloten fietslokalen© Leefmilieu Brussel

Voor- en nadelen van de verschillende gesloten fietslokalen

Types gesloten fietslokalenVoordelenNadelen
Beveiligd lokaal in het gebouw
  • Beschermd tegen slecht weer
  • Zeer lange levensduur als het lokaal goed wordt afgewerkt
  • Gebruiksvriendelijk
  • Directe toegang tot de kantoren of woningen
  • Aanzienlijke investering: 1.300 tot 1.600 euro per fiets
Beveiligde ruimte buiten het gebouw
  • Verluchting
  • Zichtbaarheid
  • Minder goede bescherming tegen slecht weer
  • Kostprijs
  • In beslag genomen ruimte
  • Esthetiek (kan echter kwalitatief worden behandeld)
  • Eventueel een stedenbouwkundige vergunning

Welk type verdient de voorkeur?

De voorkeur gaat uit naar een fietslokaal gelegen in het gebouw. De installatie van een gesloten lokaal buiten het gebouw moet veeleer een uitzondering blijven en zal vooral worden toegepast bij renovaties met onvoldoende plaats in het gebouw zelf. Het type dat de voorkeur krijgt, zal afhangen van het aantal parkeerplaatsen en de duur van de parkeertijd (afhankelijk van de bestemming). Voor de behoeften per bestemming, zie het dossier | Fietsstallingen.

We merken op dat een fietslokaal in een gebouw rechtstreeks van buitenaf toegankelijk kan zijn. De behandeling is kwalitatief en vermijdt het effect van een 'blinde gevel'. De zichtbaarheid van het lokaal van buitenaf versterkt de sociale controle.

Afgesloten box met fietsenrekken op twee niveaus en toegangsbeveiliging© Leefmilieu Brussel

In de afgelopen jaren zijn er innoverende oplossingen op het toneel verschenen (fietsencarrousel, mobiele stalplaatsen, enz.). Ze leveren een beduidende plaatswinst op, doordat er slechts één toegangspunt is voor de fietsen die automatisch in onder- of bovengrondse ruimten worden weggeborgen. Een van de risico's van deze systemen is het ontstaan van flessenhalzen bij het enige toegangspunt.

Fietsencarrousel© Leefmilieu Brussel

Oplossing met automatische ontvangst van de fietsen en onder de grond© Leefmilieu Brussel

Hoe wordt het aantal plaatsen bepaald?

Voor het aantal fietsparkeerplaatsen in deze lokalen en voor de dimensionering van de inrichting van het lokaal raadpleegt u Opbergzones (dossier Fietsstallingen realiseren).

De GSV en de milieuvergunning kunnen specifieke voorwaarden stellen aan het parkeren van fietsen. Voor alle informatie over de milieuvergunning, zie ook de Administratieve gids op de website van Leefmilieu Brussel.

Welke uitrustingen en accessoires moet worden voorzien?

Gesloten fietslokalen moeten uitrustingen krijgen die het gebruik van de fiets vergemakkelijken. Deze behoefte zal variëren naargelang:

  • het fietslokaal zich in of buiten het gebouw bevindt,
  • het om een woongebouw of een gebouw voor tertiaire activiteiten gaat.

Douches en kleedkamers

De douches en kleedkamers bevinden zich idealiter vlak bij de fietsenstallingen. Er moet ook een kleedkamer zijn waar de fietsers zich kunnen omkleden.

Kastjes en boxen

Zowel in kantoorgebouwen als in woongebouwen moet men kastjes voorzien. Ze zullen dienen om fietsuitrusting (helmen, hesjes, enz.), fietskleding (in het geval van kantoorgebouwen, zodat de werknemers zich kunnen omkleden) maar ook opgevouwen fietsen op te bergen. Ze moeten beveiligd zijn met bijvoorbeeld een code, een sleutel of een slot met muntstuk. Merk op dat deze kastjes kunnen worden gedeeld met buggy's en andere actieve vervoerswijzen (rolschaatsen, steppen, enz.). (Zie voorziening Specifieke ruimten voor actieve vervoerswijzen en buggy's).

Stopcontacten

In de gesloten fietslokalen moeten verplicht stopcontacten aanwezig zijn, zowel in kantoorgebouwen als in woongebouwen, om de elektromobiliteit te bevorderen. Aan deze stopcontacten moeten de batterijen bij voorkeur rechtstreeks opgeladen kunnen worden, m.a.w. ze moeten bereikbaar zijn voor geparkeerde fietsen.

Aandbod van stopcontacten die bereikbaar zijn voor de geparkeerde fietsen© Leefmilieu Brussel

Technische uitrustingen

Het ter beschikking stellen van een fietspomp is een pluspunt voor elk type fietslokaal, ongeacht het gebouw. Dat kan een klassieke fietspomp zijn (bevestigd aan een vast punt, om diefstal te voorkomen), maar er bestaan ook wandmodellen.

In grote lokalen (en vooral in kantoorgebouwen) vormt de terbeschikkingstelling van een gereedschapsset of zelfs een plaats waar men fietsen kan repareren en onderhouden een belangrijke troef voor het gebruik van de fiets.

Comfortuitrustingen

Om het fietsen nog meer te bevorderen zal de beheerder van het fietslokaal zorgen voor de installatie van:

  • een spiegel, een haardroger (met name in kantoorgebouwen);
  • stoelen of banken, een vuilnisemmer;
  • de kaart van de actieve vervoerswijzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze uitrustingen zullen nuttiger zijn in kantoorgebouwen dan in woongebouwen, waar dergelijke functies veeleer in de woningen zelf aanwezig zijn.

Hoe wordt de fietsstalling ingericht?

Vloerbedekking

  • Eenvoudig te reinigen
  • Drainage en geulen naar een afvoer
  • Voldoende ruw
  • Gebruik van lichte kleuren
  • Bewegwijzering op de vloer

Wanden

  • Zorg ervoor dat de onderste 10 tot 20 cm van de muur uit hetzelfde materiaal bestaat als de vloer, zodat deze gemakkelijk kan worden schoongemaakt.
  • Installeer een stootvaste rail op stuurhoogte (75 tot 125 cm van de grond).
  • Zorg zo nodig voor een betegelde ondermuur (of een equivalent daarvan) om de beschadiging van de wanden te beperken.

Verluchting

Een gesloten lokaal moet goed verlucht zijn, onder meer opdat de fietsen bij regenweer kunnen drogen.

Bewegwijzering

De beheerder moet voor een goede signalisatie van de toegang tot het fietslokaal zorgen, door middel van een aangepaste bewegwijzering, zowel voor lokalen in als buiten het gebouw.

Verlichting

Het lokaal moet ook verlicht zijn. Om de fietsen gemakkelijk te kunnen hanteren lijkt een automatische verlichting met aanwezigheidsdetectie de beste oplossing.

Meer informatie vindt u in het vademecum Fietsparkeervoorzieningen >3.2 Zet de fietser centraal.

Hoe kan diefstal worden vermeden?

De toegang is voorbehouden voor bepaalde gebruikers en wordt beveiligd door een slotsysteem (badge, sleutels, code, enz.). De toegang tot het fietslokaal is in principe gratis, zowel in woon- als in bedrijfsgebouwen. Deze toegangsvoorzieningen zijn liefst niet reproduceerbaar en worden uitsluitend aan de gebruikers toegekend.

Deze uitrustingen moeten worden geïnstalleerd op plaatsen met een sterke sociale controle (doorgangsplaatsen). Men kan ook videobewaking van deze uitrustingen voorzien. Men moet er bovendien voor zorgen dat de bediening voor het openen van de deur om het lokaal te verlaten niet van buitenaf bereikbaar is.

De voorkeur gaat uit naar deuren die naar buiten toe openen en die automatisch sluiten (liefst met een pneumatisch systeem, zodat de deur vrij langzaam sluit en gebruikers de tijd hebben om hun fiets te verplaatsen). Een volautomatische deur is duurder maar comfortabeler.

Zijn er premies of mogelijkheden om deze voorziening te valoriseren?

  • Om te weten of u al dan niet kunt profiteren van premies, verwijzen we naar de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid
  • Valorisatie van deze voorziening met het oog op de toekenning van een label of certificaat voor duurzaam bouwen

De twee volgende maatregelen van de Breeam-referentie zijn relevant:

  • Tra 03a Alternative modes of transport (non residential only)
  • Tra 03b Alternative modes of transport (residential only)

Wat zijn de andere aandachtspunten?

Openstelling voor buggy's en andere actieve vervoerswijzen (rolschaatsen, steppen, ...).

Deze verschillende vervoerswijzen kunnen vergelijkbare uitrustingen vereisen (bv. een helm, een hesje, enz.). De voorziening Specifieke ruimten voor actieve vervoerswijzen en buggy's stelt – eventueel beveiligde – kastjes voor deze uitrustingen voor. Men kan dergelijke kastjes in het fietslokaal plaatsen. Dezelfde fiche raadt echter af om het fietslokaal te delen met de ruimte voor het parkeren van opengevouwen buggy's. Buggy's moeten een aparte ruimte krijgen. De ruimte mag alleen in uitzonderingsgevallen worden gedeeld (als er geen alternatieve oplossingen zijn).

Keuze van de fietsdragers

De keuze van de dragers voor het stallen van de fietsen in het gesloten fietslokaal hangt af van een aantal criteria, zoals de beschikbare ruimte en de duur van het stallen. Merk op dat gesloten fietslokalen vooral worden gebruikt om fietsen voor middellange tot lange duur te stallen. De omgekeerde U met dwarsbalk heeft de voorkeur. Voor meer informatie verwijzen we naar de voorziening Omgekeerde U of boog.

Mede-eigendomsreglementen

In het geval van appartementsgebouwen moet men bijzondere aandacht besteden aan het huishoudelijk reglement en desgevallend het mede-eigendomsreglement. Deze reglementen moeten het stallen van fietsen en het gebruik van specifieke gesloten lokalen bevorderen.

Meer info vindt u in het vademecum Fietsparkeervoorzieningen

Meer weten

Bibliografie

Laatste herziening op 09/12/2020