Terug naar

Regelgeving en aanbevelingen

De regels en aanbevelingen inzake de blootstelling aan elektromagnetische straling zijn ingedeeld naargelang de frequentie. We maken onderscheid tussen:

  • ELF (extreem lage frequenties) ;
  • HF (hyperfrequenties of microgolven).

Extreem lage frequenties

In België

Aanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad (advies nr. 8081)

In zijn advies nr. 8081 stelt de Hoge Gezondheidsraad (HGR) dat de langdurige blootstelling aan de magnetische velden die door elektrische installaties worden uitgezonden voor kinderen van jonger dan 15 jaar niet meer mag bedragen dan een drempelwaarde van 0,4 µT op plaatsen waar het kind regelmatig verblijft (woning, opvang, school).

Het advies omvat eenvoudig toepasbare maatregelen om die blootstelling te beperken, zoals " de locatie van de woonplaats en in het bijzonder de slaapkamer van het kind ten opzichte van

openbare elektrische installaties (distributielijnen en -kabels, transformatoren) " en " de locatie van de slaapkamer en in het bijzonder van het kinderbed ten opzichte van bepaalde onderdelen van de elektrische installatie en continu werkende toestellen ".

Het document geeft ook een lijst van voorbeeldsituaties waarin een blootstelling aan 0,4 µT of meer kan worden vastgesteld:

Hoogspanningslijnen en -kabels (30 kV en meer) : het advies van de HGR geeft een indicatie van de afstand aan weerszijden van de as van deze hoogspanningslijnen en -kabels waarbinnen de waarde van 0,4 µT kan worden overschreden.

Type lijn (nominale spanning)

36 kV

70 kV

150 kV

220 kV

380 kV

Afstand (m)

Bovengrondse leidingen

30 m

45 m

60 m

100 m

Ondergrondse kabels

4 m

5,5 m

7,5 m

Laag- en middenspanningslijnen (15 kV en minder) : deze lijnen veroorzaken alleen in de onmiddellijke nabijheid een blootstelling van meer dan 0,4 µT, bijvoorbeeld in het geval van een woonvertrek bij de voorgevel, waaraan een laagspanningslijn is bevestigd.

Transformatorposten : metingen in het Brussels Gewest hebben aangetoond dat velden gelijk aan of hoger dan 0,4 µT zich kunnen voordoen op minder dan ca. 8 meter van een hoog- of laagspanningstransformatorpost (van 30 kV en meer tot 10 of 15 kV) en op minder dan 5,5 meter van een middel- of laagspanningstransformatorcabine (van 10 tot 15 kV bij 230 tot 400 volt).

Privé-installaties : een waarde van 0,4 µT of meer kan zich voordoen in onmiddellijke nabijheid van elementen zoals distributiekabels voor meerdere verschillende woningen, een elektriciteitsverdeelbord, een energiemeter in de woning of een elektrische vloerverwarmingsinstallatie.

Elektrische toestellen : de aanbeveling stelt dat in het kader van chronische en langdurige blootstelling slechts enkele zeldzame toestellen en voorzieningen moeten worden overwogen. De bijdrage van elektrische toestellen is in de realiteit globaal gezien vrij beperkt wanneer er sprake is van een gemiddelde dagelijkse blootstelling. Er wordt een waarde van 0,4 μT of meer vastgesteld in de volgende gevallen:

  • op minder dan 50 cm afstand van een elektrische wekkerradio;

  • onder een elektrische deken.

Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI)

Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI), dat op 10 maart 1981 bij koninklijk besluit verplicht is geworden, bepaalt de uitstootdrempels voor elektrische velden (artikel 139) en de minimumafstanden voor de plaatsing van lijnen (artikel 164).

Emissiedrempels voor elektrische velden : de waarde van het niet-verstoord elektrisch veld, in niet-verstoord bedrijf, opgewekt door een transport- of verdeelinstallatie van elektrische energie moet lager blijven dan de volgende waarden gemeten op 1,5 meter van de grond of van woningen.

  1. in de woon- of woonbestemmingszones op de sectorale plannen: 5 kV/m ;
  2. over wegen: 7 kV/m ;
  3. op andere plaatsen: 10 kV/m .

Verder moeten " de metalen elementen die door hun aanwezigheid in het elektrische veld een potentieel verkrijgen dat in permanent bedrijf een ontlaadstroom van 1 m/A hebben, wordengeaard. "

· Minimumafstanden tot distributielijnen: deze zijn vooral bedoeld als bescherming tegen elektrische risico's en niet ter preventie van eventuele gezondheidsrisico's.

Minimumafstanden voor de plaatsing van lijnen

Boven: Art. 164 – MinimumafstandenVerhoging (m)
50 - 500 V500 V - 1.000 V1 - 50 kV

>50 kV

(Un in kV)

Openbare weg lengte: 6 m
doorvoer: 7 m
0111+(Un-50).0,01
Binnenplaats, tuin ...6 m000 (Un-50).0,01
Constructie

buiten de bouwcontouren

0111+Un.0,01

Op regionaal niveau

De regelgeving heeft betrekking op de exploitatievoorwaarden voor statische transformatoren. Die kunnen bijvoorbeeld in collectieve woongebouwen worden geïnstalleerd en kunnen dan een impact hebben op de bepaling van de indeling van de vertrekken, vooral die waar kinderen van jonger dan 15 jaar zullen verblijven.

De voorwaarden hebben betrekking op bestaande statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 tot 1000 kVA. Ze worden vermeld in artikel 10 en 11 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de uitbatingsvoorwaarden voor statische transformatoren met een nominaal vermogen van 250 kVA tot 1000 kVA:

« De waarde van het niet-verstoord elektrisch veld dat door de inrichting gegenereerd wordt, mag bij een niet-verstoord regime de 5 kV/meter niet overschrijden.

De magnetische inductiewaarde bij 50/60 Hz aan de buitenzijde van het lokaal voor elektriciteitstransformatie mag niet meer bedragen dan :

  • 100 microTesla (µT) bij permanente blootstelling;

  • 1000 microTesla(µT) bij kortstondige blootstelling. »

Voor wat nieuwe statische transformatoren betreft, zijn de magnetische inductiewaarden die door de milieuvergunning worden opgelegd strenger, want ze passen de ministeriële omzendbrief van 29 maart 2013 betreffende de drempelwaarden voor de exploitatie van statische transformatoren toe. Deze waarden moeten worden gerespecteerd in alle vertrekken in de omgeving van transformatoren waar kinderen van jonger dan 15 jaar verblijven (gemiddelde metingen over 24 uur).

De richtwaarde voor elke nieuwe transformator is ofwel 0,4 µT, ofwel de laagst mogelijke waarde, die steeds lager moet zijn dan 10 µT. Deze tweede mogelijkheid is alleen toegelaten " wanneer is vastgesteld dat de richtwaarde van 0,4 µT technisch niet realiseerbaar is of dat de hieraan verbonden kosten buitenproportioneel zijn in vergelijking met de kosten voortvloeiende uit het gebruik van de beste beschikbare technologieën die door de aanvrager van de milieuvergunning worden voorgesteld om de richtwaarde te respecteren of zo laag mogelijk onder de grenswaarde te blijven."

Hyperfrequenties

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de geldende wetgeving de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen (gewijzigd door de ordonnantie van 3 april 2014) en de uitvoeringsbesluiten daarvan.

Het gaat in het bijzonder om volgende artikelen:

  • Artikel 3 §1, al.2 : « In alle voor het publiek toegankelijke plaatsen, mag de vermogensdichtheid van de niet-ioniserende stralingen nooit hoger zijn dan de norm van 0,096 W/m² (ter indicatie 6 V/m) bij een referentiefrequentie van 900 MHz. »
  • Artikel2 §2 : « Deze ordonnantie is niet van toepassing op niet-ioniserende stralingen van natuurlijke oorsprong en evenmin op niet-ioniserende stralingen afkomstig van toestellen die gebruikt worden door particulieren, zoals gsm's, terminals voor mobiele telecommunicatie, lokale wifi-netwerken van particulieren, telefoniesystemen van het type DECT en stralingen afkomstig van amateurradiostations.»

De mobiele telefonieantennes waarvan in deze Brusselse regelgeving sprake is, zijn onderworpen aan een milieuvergunning. Zo is de naleving van de Brusselse norm van 6 V/m in elke voor het publiek toegankelijke zone verzekerd.

Leefmilieu Brussel houdt op zijn website ook een kaart met zendmasten in het Brussels Gewest bij. Via deze kaart kunnen de antennes worden opgezocht, de verstrekte milieuvergunningen worden geraadpleegd en simulaties worden gedaan van het door deze zendmasten uitgezonden elektrische veld.

Tot slot is het voor bewoners in de buurt van antennes die denken dat ze aan een te sterk elektromagnetisch veld blootstaan, mogelijk om een klacht in te dienen bij Leefmilieu Brussel door een klachtenformulier in te dienen. In dat formulier wordt gevraagd de antennes te lokaliseren en aan te geven op welke plaats een controle gewenst is.

Een agent komt dan gratis ter plaatse controleren of de norm van 6 V/m wordt overschreden.