Reglementeringen

Afhankelijk van het type project (dak, binnenkant van huizenblok, balkon, enz.), de voorzieningen en bestemming van het project, moet rekening gehouden worden met bepaalde plannen en voorschriften.

Geldende plannen

De geldende plannen bepalen de bestemming per zone (groene zones, landbouwgebieden, woonzones, enz.) en de activiteiten die daar kunnen worden ontwikkeld:

• Gewestelijk Bodembestemmingsplan (GBP);
• Bijzondere Bestemmingsplannen (BBP);
• Richtplan van Aanleg (RPA).

Zie voor meer informatie de FAQ van de Facilitator voor Stadslandbouw ‘ Waar en welk project kan men ontwikkelen volgens de Brusselse planning? '

Stedenbouwkundige reglementeringen

Deze reglementeringen bepalen de verplichtingen en normen die gelden op het niveau van het perceel, het gebouw en zijn onmiddellijke omgeving. Ze omkaderen de integratie van een project in de wijk en de bebouwing eromheen.

Raadpleeg de ‘Gids met de belangrijkste stedenbouwkundige en territoriale voorschriften die van toepassing zijn op stadslandbouwprojecten' .

Stedenbouwkundige vergunning

Voor kleinschalige teelt in volle grond gekoppeld aan een eengezinswoning is over het algemeen geen vergunning nodig. In de volgende gevallen kan het project echter een stedenbouwkundige vergunning vereisen:

• de bouw van nieuwe infrastructuur of technische ruimten;
• bestemmingswijziging;
• verandering van het terreinprofiel.

In sommige gevallen kunnen afwijkingen worden toegestaan. Bovendien zijn zogenaamde werken van geringe omvang vrijgesteld van vergunningen of onderworpen aan vereenvoudigde procedures (BBHR van 13 november 2008), in het bijzonder vaste bijgebouwen afhankelijk van hun oppervlakte, of omheiningen afhankelijk van hun hoogte.

Milieuvergunning

In sommige gevallen is een milieuvergunning vereist:

• projecten met betrekking tot veehouderij;
• opslag van gewasbeschermingsmiddelen;
• diversificatie door integratie van een verwerkingsproces voor plantaardige of dierlijke producten;
• bepaalde technische infrastructuren (ventilatie, generatoren, boren, enz.) afhankelijk van hun vermogen;
• enz.

Milieuvergunningen zijn beperkt geldig, maar kunnen worden verlengd.

Beschermde sites

Sommige sites en gebouwen zijn van uitzonderlijke of opmerkelijke waarde en zijn daarom beschermd. Het kan gaan om:

• groene zones met grote biologische waarde, natuurreservaten, Natura 2000-gebieden;
• beschermde gebouwen, sites of monumenten.

De integratie van de vorm van stadslandbouw moet in deze gevallen specifiek worden onderzocht .

Voor meer informatie, zie de FAQ van de Facilitator voor stadslandbouw, ‘Wat zijn de specifieke verplichtingen voor een beschermde site?' op de portaalsite Good Food.

Overeenkomst tussen landeigenaars en gebruikers

Grond ter beschikking stellen voor stadslandbouw kan op verschillende manieren en volgens verschillende financiële modaliteiten:

• gratis terbeschikkingstelling;
• pachtovereenkomsten, overeenkomsten voor precair gebruiksrecht enz.

Maar of het nu gaat om een professioneel of burgerproject, gezien het seizoensgebonden karakter van de gewassen en de kosten van de installatie biedt een gebruiksovereenkomst de nodige zekerheid voor de betrokken partijen. Die overeenkomst kan trouwens ook milieubepalingen bevatten.

In het algemeen zijn de gebruikers verplicht om de percelen te onderhouden en te beschermen tegen beschadiging, terwijl de eigenaar van het terrein het ter beschikking stelt en de bijbehorende taksen en belastingen draagt.

Voor meer informatie, zie ‘ modellen van contracten voor de terbeschikkingstelling van gronden voor stadslandbouw ' op de portaalsite Good Food.

Andere regelgeving en normen

• Veiligheid van het teeltgebied en de toegang daartoe (balustrades, borstweringen enz.) overeenkomstig de norm NBN B 03-004;
• Brandveiligheid volgens de koninklijke besluiten van 7 juli 1994 en 7 december 2016 ;
• de conformiteit van de elektrische installatie voor projecten binnenshuis door het naleven van de voorschriften van het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (AREI) dat verplicht werd gesteld door het koninklijk besluit van 10 maart 1981 ;
• Voor projecten die bedoeld zijn voor verkoop, naleving van de FAVV-normen op het gebied van etikettering, infrastructuur, hygiëne, traceerbaarheid en zelfcontrole;
• Voor de teelt van straatgevelgewassen vragen sommige gemeenten een plantvergunning.