Terug naar

Uitzonderingen

In artikel 2.2.1. van het BWLKE worden een aantal gevallen verduidelijkt (zowel voor nieuwbouw als voor renovatie) die niet onder het toepassingsgebied van de reglementering inzake EPB-werkzaamheden vallen (d.w.z. waarvoor er geen procedure of EPB-eis moet worden nageleefd), en dit ondanks het feit dat er wel een stedenbouwkundige vergunning is en deze werken misschien een reële impact hebben op het toekomstige energieverbruik.

Zo is het BWLKE, deel EPB-werkzaamheden, niet van toepassing op:

  1. lokalen gebruikt als erkende plaatsen voor erediensten en zedenleer,
  2. 2019
    vanaf 2019 zijn het niet meer de lokalen maar wel de EPB-eenheden “Andere” bestemd voor landbouw-, industriële of artisanale activiteiten of bestemd voor opslag, bewaring, wanneer deze EPB-eenheden een lage energiebehoefte hebben,
  3. 2019
    vanaf 2019 vormen rouwcentra niet langer een uitzondering, in overeenstemming met de Europese richtlijn,
  4. alleenstaande gebouwen met een oppervlakte van minder dan 50 m², tenzij ze een EPB-eenheid bevatten die als Wooneenheid wordt bestemd,
  5. voorlopige constructies vergund voor een gebruiksduur van twee jaar of minder,
  6. residentiële gebouwen die worden gebruikt of zijn bestemd om voor minder dan vier maanden per jaar buiten de winterperiode te worden gebruikt.
Laatste herziening op 05/10/2020