Terug naar

Werf en occupatie

Tijdens de opvolging van de werken voor de goede uitvoering van de voorziening, en om zoveel mogelijk naar een duurzame werf te streven, zal de ontwerper bijzondere aandacht moeten hebben voor de volgende elementen:

  • Toezien op de continuïteit van de verbinding met de aarde en de equipotentialen, evenals de juiste aansluiting van de stopcontacten. Dit punt zal worden gecontroleerd tijdens het bezoek van het erkende organisme dat met de oplevering van de installatie belast is;

Equipotentiaalverbindingen

11 (Bron: Dehn)

  • Een correcte aarding houdt in dat het contact van metaal op metaal goed geregeld is, met zo mogelijk een sterke druk tussen de aan elkaar verbonden geleidende elementen. Er moet dus ook op worden toegezien dat de met elkaar in contact te brengen oppervlakken niet worden beschilderd en niet van een antiroestbehandeling worden voorzien, want daardoor kan contactweerstand ontstaan: verf wordt bovenop het geheel aangebracht ;

  • Aangezien dit niet de standaardwerkwijze is, is het belangrijk om specifieke instructies te geven voor de aarding van onzichtbare stalen balken, geraamten van tussenwanden (type "metal stud") en metaalgaas in vloeren. Het metaalgaas in vloeren wordt zodanig behandeld dat de betonijzers en het gaas elektrisch met elkaar verbonden zijn (door lassen).

Idealiter vindt controle plaats voorafgaand aan de plaatsing van elementen die de geleiders verbergen (dekvloeren, wandelementen, afwerkingen, etc.).

Tijdens de exploitatie van het gebouw hoeft geen specifieke voorziening te worden getroffen. Er kan wel regelmatig een continuïteitsmeting worden voorzien (bijvoorbeeld elke vijf jaar voor vaste elementen en vaker voor elementen die op onbedoelde wijze kunnen worden verplaatst of bevestigd). Het AREI (Algemeen reglement voor electrische installaties) stelt standaard elke 25 jaar een ontvangstcontrole verplicht, in elk geval voor de te inspecteren elementen.

Laatste herziening op 22/01/2024